P.5-6:

Wortschatz - Körper - leren

Wortschatz - Körper - uitspraak

Wortschatz - Körper - schrijven

P.7-8:

Gesundheit Allgemein I - leren

Gesundheit Allgemein II - leren

Gesundheit Allgemein- uitspraak

P.9-11:

Taaldorp - Beim Arzt

P.13:

Uitleg Zwak Werkwoord o.v.t.- v.t.t.

Uitleg Sterk ww o.v.t. - v.t.t.

P.14:

Gesundheit Allgemein I- schrijven

Gesundheit Allgemein II- schrijven

Zwak ww o.v.t. - v.t.t. Oef I

Zwak ww o.v.t. - v.t.t. Oef. II

Zwak ww o.v.t. - v.t.t. Oef. III

Sterk ww o.v.t. - v.t.t. Oef. I

Sterk ww o.v.t. - v.t.t. Oef. II

P.15:

Uitleg Persoonlijk vnw

Uitleg Persoonlijk vnw EXTRA

Persoonlijk vnw - Uit het hoofd

P.16:

Uitleg Bijvoeglijk nw

Bijvoeglijk nw - Oef

P.17:

Persoonlijk vnw Oef I

Persoonlijk vnw Oef II

Bijvoeglijk naamwoord

Herhaling ww - I

Herhaling ww - II

Zinnen Maken

Wortschatz in der Praxis - I

Wortschatz in der Praxis - II

P.18:

Woordenboekoefening

P.25-31:

Das Telefon - leren

Das Telefon - uitspraak

Das Telefon - schrijven

Taaldorp - Am Telefon

Die Verabredung - leren

Die Verabredung - uitspraak

Die Verabredung - schrijven

P.33-34:

Examenidioom Teil 1

Examenidioom Teil 2