Vervoeging sterke werkwoorden in de verleden tijd (o.v.t. / v.t.t.)

Vul bij A t/m I de juiste vorm in de OVT in (dus bijv. "ik hielp"), en vanaf J. de juiste vorm in de V.T.T. (dus bijv. "ik heb geholpen")!
Klik daarna op KONTROLLIERE!

A. sprechen - er
B. einladen - ich (ev)
C. brechen - ihr
D. fahren - wir
E. halten - du
F. werfen - sie (mv)
G. lesen - ihr
H. bekommen - du
I. frieren - es
J. (vanaf nu voltooide tijd) lügen - ich
schlagen - ihr
helfen - wir
finden - du
leiden - wir
verlieren - ich