TAALDORP - 3. Klasse - Telefon

Lees de situatie en reageer met een passende Duitse zin. Door steeds op START te klikken krijg je eerst de situatie en dan het mogelijke antwoord te zien (mogelijke antwoorden). Ken je een zin / woordje echt goed, verwijder het dan uit de lijst door op LÖSCHEN te klikken. Denk eraan: het is spreekvaardigheid: ER ZIJN MEERDERE MOGELIJKHEDEN. Staat jouw mogelijkheid er niet bij: INFORMEER BIJ JE DOCENT!!!!
Hoe neem je de telefoon op?Hallo, hier ist .... (je naam).
Iemand neemt op, maar je wilt iemand anders spreken.Kann ich ..... sprechen?
Jij neemt de telefoon op, maar je hoort niemand.Wer spricht da?
Vraag aan iemand hoe het met ..... gaat. (broer, zus, vader, moeder)Wie geht es .... ? (deinem Bruder, deiner Schwester, deinem Vater, deiner Mutter)
Vraag om iemand de groeten te doen!
Viele Grüße an ......
Vraag of je op bezoek mag komen.Kann ich dich besuchen?
op dinsdagam Dienstag
om 5 uur
um fünf Uhr
van maandag tot vrijdagvom Montag bis Freitag
Geef aan, dat je iemand al lang niet meer gezien hebt.Ich habe dich schon lange nicht gesehen.
Geef aan, dat je volgende week in de buurt bent.Nächste Woche bin ich bei dir in der Nähe.
Geef aan, wat je graag wilt gaan doen.Wir könnten schwimmen gehen / Fußball spielen / ins Kino gehen ........
Reageer op de vraag: "Wie geht's dir?".Gut, danke. und dir?
Reageer op het verzoek de groeten aan iemand te doen.Ja, mach' ich.
Vraag aan iemand, hoe het gaat.Wie geht's dir?
Reageer positief op een aanbod!Ja, gerne!
Iemand vraagt aan jou, of hij je zal ophalen.Ja, das ist nett von dir.
Iemand wil weten, wanneer en waar hij je zal ophalen.Ich bin um 4 Uhr am Bahnhof / an der Bushaltestelle.
Hoe sluit je een telefoongesprek af?Auf Wiederhören / Auf Wiedersehen (als je elkaar gauw ziet) / Tschüss.
Je wilt een boodschap achterlaten?Kannst du etwas ausrichten? / Kann ich eine Nachricht hinterlassen?
Je bent verkeerd verbonden.Entschuldigung, ich habe die falsche Nummer gewählt.
Telefoongesprek: iets is onduidelijk.Könnten Sie / Könntest du das bitte wiederholen?
Je wilt doorverbonden worden.Könnten Sie mich bitte mit Herrn .... / Frau .... verbinden? / Bitte, verbinden Sie mich mit der Abteilung .....
Een ogenblikje a.u.b.Augenblick bitte!
Het spijt me, die is niet thuis.Tut mir Leid, der/die ist nicht da.