TAALDORP - 3. Klasse - Polizei

Lees de situatie en reageer met een passende Duitse zin. Door steeds op START te klikken krijg je eerst de situatie en dan het mogelijke antwoord te zien (mogelijke antwoorden). Ken je een zin / woordje echt goed, verwijder het dan uit de lijst door op LÖSCHEN te klikken. Denk eraan: het is spreekvaardigheid: ER ZIJN MEERDERE MOGELIJKHEDEN. Staat jouw mogelijkheid er niet bij: INFORMEER BIJ JE DOCENT!!!!
Je wilt graag aangifte doen.Kann ich Anzeige erstatten?
Geef aan, wat er gebeurd is! (fiets gestolen / portemonnee gestolen / tas gestolen / paspoort, ID kwijt / beroofd)Mein Fahrrad, Portemonnaie, meine Tasche ist gestohlen worden. / Ich habe meinen Paß, Ausweis verloren. / Ich bin beraubt worden.
Geef de kleur van iets aan!Klik hier om de kleuren te leren!
Geef aan, waar de beroving heeft plaats gevonden. (station / bushalte / winkelcentrum / zwembad / terras)Es war am Bahnhof / bei der Bushaltestelle / beim Einkaufszentrum / beim Schwimmbad / auf einer Terrasse.
Beschrijf de inhoud van je gestolen tas.(geld, creditcard, kamera, mobieltje, sleutels)Ich hatte Geld, eine Kreditkarte, eine Kamera, ein Handy, meine Schlüssel in der Tasche.
Vraag of je gebeld kunt worden, als het gevonden is.Können Sie mich anrufen, wenn Sie es gefunden haben? Ich bin zu erreichen unter der Nummer: ...........
Beschrijf de dief / dievegge!Er / Sie hat eine Brille / dunkle Haare / einen schwarzen Bart / braune Augen / eine große Nase. Er / Sie ist ungefähr .... Meter lang, dick, dünn. Klik hier voor de lichaamsdelen!
Beschrijf de vermoedelijke leeftijd van de dief / dievegge!Er / Sie ist wahrscheinlich .... Jahre alt.
Geef de tijd van de beroving aan.(twee uur / half zes / kwart vor drie / gistern / vanochtend)Es war um zwei Uhr / halb sechs / Viertel vor drei / gestern / heute Morgen.
Je wilt een bewijs van aangifte hebben voor je verzekering.Haben Sie eine Bescheinigung für mich wegen der Versicherung?
Je wordt gevraagd je naam te spellen.Klik hier om het alfabet te leren!
Beschrijf de kleding van de dief / dievegge.Er / Sie trug eine blaue Hose / eine grüne Jacke / weiße Turnschuhe / eine schwarze Mütze.
Geef aan, welke actie je zelf al ondernomen hebt.Ich habe meine Bank schon angerufen / Ich habe bei meiner Telefongesellschaft mein Handy gesperrt.
Geef de waarde van de gestolen goederen aan!Ich glaube, dass alles zusammen ungefähr €...... wert ist.
Geef je naam op en je geboortedatum.Mein Vorname ist ...... / Mein Familienname ist ..... / Ich bin am zehnten / zweiundzwanzigsten ....... geboren.
Geef het nummer van je bankpas!Meine Kontonummer ist ..............