TAALDORP - 3. Klasse - Arzt

Lees de situatie en reageer met een passende Duitse zin. Door steeds op START te klikken krijg je eerst de situatie en dan het mogelijke antwoord te zien (mogelijke antwoorden). Ken je een zin / woordje echt goed, verwijder het dan uit de lijst door op LÖSCHEN te klikken. Denk eraan: het is spreekvaardigheid: ER ZIJN MEERDERE MOGELIJKHEDEN. Staat jouw mogelijkheid er niet bij: INFORMEER BIJ JE DOCENT!!!!
Hoe begroet je de dokter?Guten Morgen / Guten Tag / Guten Abend
De dokter wil weten wat je klacht is.Klik hier voor een paar mogelijkheden!
Geef aan dat je je niet lekker voelt.Ich fühle mich nicht gut.
De dokter wil je naam weten.Ich heiße ....... . (Je moet je naam kunnen spellen).
Jij denkt dat je je arm / been gebroken hebt.
Ich denke, dass ich mir den Arm / das Bein gebrochen habe.
Je wilt weten of je naar het ziekenhuis moet.Soll ich zum Krankenhaus?
Je wilt weten, waar je het medicijn kunt krijgen.Wo kann ich die Medizin bekommen?
Je vraagt naar de weg naar de apotheek.Können Sie mir sagen, wo die Apotheke ist?
Geef aan dat je waarschijnlijk koorts hebt.Ich habe wahrscheinlich Fieber.
Je wilt weten of je nog terug moet komen.Soll ich noch zurückkommen?
Vraag of je wel mag .....(zwemmen, uitgaan, fietsen...)!Darf ich noch .... (schwimmen, ausgehen, radfahren....)?
Je wilt weten hoe lang je het medicijn moet innemen.Wie lange soll ich die Medizin / die Tabletten nehmen?
Je wilt dat de dokter je ouders op de hoogte brengt.Können Sie meine Eltern benachrichtigen?
De dokter vraagt of je verzekerd bent.Ja, meine Krankenversicherung heißt ....... .
Geef aan, dat je bang bent.Ich habe Angst.
Vraag, waar je een dokter kunt vinden!Gibt es hier einen Arzt / eine Ärztin?
Geef aan, dat je een afspraak wilt maken!Kann ich am .... (dag) einen Termin haben?
Reageer op negatief nieuws!Oh, mein Gott! / Oh, wie schrecklich!
Reageer op positief nieuws!Gott sei Dank! / Das ist ja toll!
Vraag of je naar een specialist moet!Soll ich zu einem Spezialisten?
De dokter wil weten, wat er gebeurd is.Ich bin gefallen. / Ich habe eine kleinen Unfall gehabt. / Ich habe mich gestoßen. / Ich habe etwas Falsches gegessen und habe mich schon zweimal übergeben. / Ich habe im Sommer immer Probleme mit Allergie. (usw = und so weiter = enzovoort)
Bedank de dokter!Vielen Dank!