Kapitel 1 - J

Leer de woordenschat door steeds op START te klikken. Ken je een zin / woordje echt goed, verwijder het dan uit de lijst door op LÖSCHEN te klikken.
de patat
de patat.jpg
die Pommes
de ui
de ui.jpg
die Zwiebel
de mosterd
de mosterd.jpg
der Senf
de olie
de olie.jpg
das Öl
de azijn
de azijn.jpg
der Essig
de suiker
de suiker.jpg
der Zucker
de taart
de taart.jpg
die Torte / der Kuchen
het kopje
het kopje.jpg
die Tasse
het restaurant
het restaurant.jpg
das Restaurant
goed
goed.jpg
gut
bedorven
bedorven.jpg
schlecht
rijp
rijp.jpg
reif
vers
vers.jpg
frisch
koud
koud.jpg
kalt
heet
heet.jpg
heiß
zuur
zuur.jpg
sauer
zoet
zoet.jpg
süß
pittig
pittig.jpg
scharf
koken
koken.jpg
kochen
koffie zetten
koffie zetten.jpg
Kaffee machen
wassen
wassen.jpg
waschen
snijden
snijden.jpg
schneiden
smaken
smaken.jpg
schmecken