|
|
|
GRAMMATIK C.1. Herhaling betekenis persoonlijk voornaamwoord eerste naamval C.1 Persoonlijk voornaamwoord uitleg vierde naamval C.2. Persoonlijk voornaamwoord 1 - 4 oefening C.3. Oefening persoonlijk voornaamwoord H.2 oefening dürfen, können, müssen |
WORTSCHATZ A.3. Woordenschat leren A.3 Woordenschat schrijven
|
HÖREN / SEHEN |
SPRECHEN A.2. Dialoogzinnetjes |
||
LESEN |