Kies de juiste naamval die in de gegeven zin bij het keuzevoorzetsel hoort. Klik daarna op KONTROLLIERE!
achter het gordijn staan
op de bank gaan zitten
op deze manier
in bed liggen
in de hoek gooien
tussen wal en schip vallen
in de put zitten
op het strand liggen
de kamer in lopen
over het plein lopen
op een stoel zitten
in de bus stappen
voor het huis staan
iets op de grond gooien
op iemand wachten
op de bank buiten wachten
iets op de tafel leggen
in het zwembad zwemmen
tussen de kranten liggen