Naamvalkeuze
Kies bij ieder onderstreept, vet gedrukt woord de naamval die bij dit zinsdeel hoort!
1. Het centrum
van de stad
was vol.
2.
Het bericht
zal u worden toegezonden.
3. Neem je ook
iets
voor mij mee.
4. Ik denk, dat dat
het beste
is.
5.
Hoeveel inwoners
heeft deze stad?
6. Vandaag begint
de winter
.
7. Hij gaf het cadeau
aan het kind
.
8. Heeft hij
jou
nog opgebeld?
9. Hij beloofde
iedereen
gouden bergen.
10. Dat is de plicht
van iedere moeder
.
11. Der Mann hat
seiner Frau
eine neue Tasche gegeben.
12. Wo sind die Bücher
der Schüler
geblieben?
13. Er wartete
einige Minuten
und ging dann.
14. Katja und Martha sind
meine besten Freundinnen
.
15.
Diese Frau
kennen wir nicht.
16. Diese Stars geben
der Show
ihren Glanz.
17. Wie heißt
dieser Hit
?
18. Die Meinung
der Jury
ist wichtig.
19.
Das Training
ist sehr schwer.
20. Wir bleiben
einige Tage
in Paris.
Antwoord controleren
OK