Geslachtsregels

Kies bij ieder woord het lidwoord dat erbij hoort! Als je de geslachtsregels niet meer kent kun je op de hulptekst klikken om alles nog even door te lezen!



Geslachtsregels:
Helaas zul je het in de meeste gevallen moeten leren of opzoeken. Hieronder vind je een aantal tips die je kunnen helpen. Soms zijn er namelijk groepjes woorden, die bijv. altijd "die" zijn.

1. mannelijk, oftewel: der

# personen en dieren van het mannelijke geslacht,
bijv. der Lehrer, der Verkäufer, der Stier, der Wolf, der Hahn

# de namen van de dagen, maanden, jaargetijden, windrichtingen,
bijv. der Sonntag , der Januar, der Sommer, der Norden

# woorden, die met het weer te maken hebben,
bijv. der Regen , der Wind, der Schnee

2. vrouwelijk, oftewel: die

# personen en dieren van het vrouwelijk geslacht,
bijv. die Frau, die Verkäuferin, die Kuh, die Wölfin

# woorden, die eindigen op:
-schaft
-ei
-heit
-ung
-keit
-ion
-tät
-ik
-ie
-sicht
-ur

# veel (niet alle !) woorden die eindigen op een -e,
bijv. die Reise, die Frage

# de namen van de cijfers,
bijv. die Eins, die Zwei

3. onzijdig, oftewel: das

# veel Nederlandse het-woordjes,
bijv. das Buch, das Kind, das Ei

# hele werkwoorden die als zelfstandig naamwoord gebruikt worden,
bijv. das Hoffen, das Denken

# woorden eindigend op -chen of -lein (betekenis: -tje= verkleinwoordjes),
bijv. das Löffelchen = het lepeltje, das Kindlein = het kindje

# de namen van de letters,
bijv. das A, das B